- losbreken
- {{losbreken}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [brekend losmaken/afscheiden] break off ⇒ tear off/loose, separate♦voorbeelden:1 planken losbreken • tear off boardingII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [los worden] break loose ⇒ be torn (loose)2 [zich uit gevangenschap bevrijden] break out/free ⇒ escape3 [met geweld in beweging komen] burst out ⇒ blow up♦voorbeelden:2 de hond is losgebroken • the dog has torn itself free3 een hevig onweer brak los • a heavy thunderstorm broke
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.